Kaderopleiding Palliatieve Zorg ©

Vrachtwagenchauffeur

Schrijfopdracht Palliatieve Zorg

Door Anke Roks

Johnny heet hij. Johnny van Dam. Het is ruim 20 jaar geleden. Ik ben net een paar maanden huisarts en heb dienst. Het is Koninginnedag. In de straat van de praktijk is de vrijmarkt. Samen met zijn moeder komt hij tussen de kraampjes door naar binnen. Johnny kijkt sinds één dag scheel en hij sleept wat met zijn been. Ik heb nog niet veel ervaring. Maar ik weet meteen, dit is niet goed. De dienstdoende kinderarts wil hem wel zien en binnen een paar uur is de diagnose rond. Een hersentumor. Later blijkt een van de ergste soort. Zeven jaar oud en de kans dat hij acht gaat worden is niet groot.  

Met lood in mijn schoenen bezoek ik Johnny en zijn ouders na thuiskomst uit het ziekenhuis. Wat moet ik doen? Wat zeg je tegen een kind dat doodgaat? Dat heb ik in mijn opleiding niet geleerd. Johnny zit op de grond te spelen met zijn nieuwe vrachtauto. Hij wordt net als zijn vader vrachtwagenchauffeur. Volgende week gaat hij weer naar school. In een rolstoel, dat is wel spannend. Zijn ouders zijn ontredderd, maar tegelijkertijd ook heel beslist. Het “gewone” leven moet zoveel mogelijk doorgaan. Ik realiseer me: het gaat hier nu niet over sterven, maar over leven. Tegen de klippen op. En ik mag aan de zijlijn meelopen op dit pad.  

In de drie maanden die nog volgen bezoek ik Johnny elke week. Ik probeer mee te denken over de hobbels en soms bergen op zijn weg. Naar school gaan lukt al snel niet meer. Daar is hij heel verdrietig over. Als het praten steeds moeilijker gaat, is hij boos en gefrustreerd. Maar daar wil hij het niet met mij over hebben. We praten over de vrachtwagenposters in zijn kamer. En hij legt me uit welke soorten er zijn. En hoe je er in moet rijden. Dat gaat hij later ook doen.

En ik? Ik leer. Ik leer hoe een vrachtwagen werkt en hoe je hem bestuurt. En ik leer hoe oneerlijk het leven kan zijn. En dat je als huisarts niet veel meer kan doen dan er te zijn en mee te bewegen. Niet meer en niet minder.

______

Ga naar de inhoud